amateurwielrenner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ama·teur·wiel·ren·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van amateur zn en wielrenner zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amateurwielrenner | amateurwielrenners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de amateurwielrenner m
- (wielrennen) iemand die voor zijn plezier meedoet aan wielerwedstrijden
- ▸ Een wielercriterium in het Duitse Neuss verliep afgelopen week niet helemaal volgens plan. Een amateurwielrenner van 18 ging er met de overwinning vandoor. En zo hoort het niet bij een criterium.[1]
- ▸ Oud-amateurwielrenner en dopingzondaar Dan Stevens trok tot zeven keer toe aan de bel bij de UKAD over de bewuste arts, maar met de meldingen werd niks gedaan.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord amateurwielrenner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Amateur (18) klopt wielerprofs in criterium, tegen alle afspraken in” (03-08-2016), NOS
- ↑ Weblink bron “Brits antidopingautoriteit bekent 'gruwelijke fouten"” (12-07-2016), NOS