altaarsteen
  • al·taar·steen
enkelvoud meervoud
naamwoord altaarsteen altaarstenen
verkleinwoord

de altaarsteenm [1]

  1. (religie) gewijde steen in het midden van het altaar
     Exomna en Hurstrga zijn twee inheemse (mogelijk Keltische of Germaanse) godinnen uit de tweede of derde eeuw, wier namen voorkomen op altaarstenen. Het altaar dat aan Hurstrga is gewijd, is in 1955 bij Kapel-Avezaath gevonden. De naam van de – waarschijnlijk Keltische – godin Exomna komt voor op een altaar dat in 1960 is opgetakeld uit de Maas bij Alem. Over de godinnen is weinig bekend. De altaarsteen van Exomna bevindt zich in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden, die van Hurstrga in Museum Het Valkhof in Nijmegen. Het is een traditie om planeten te vernoemen naar goden.[2]
     HELLENDOORN - Het was eeuwenlang een soort ultieme vernedering van de rooms-katholieke gelovigen. De gewijde altaarstenen werden na de reformatie verwijderd, vernietigd en soms hergebruikt als drempel bij de ingang van de inmiddels protestantse kerken. Ook in Hellendoorn werd het altaar vele jaren letterlijk met voeten getreden.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Moet ‘onze’ planeet Nijntje, Nachtwacht, Brandaris, Cruquius of Exomna gaan heten?” (14 oktober 2019), NewScientist
  3.   Weblink bron
    Han Haveman
    “Eeuwenoude altaarsteen krijgt een nieuwe plek in Hellendoornse dorpskerk: Ultieme vernedering van katholieken rechtgezet” (19-11-2021), Tubantia