allroundtitel
- all·round·ti·tel
- samenstelling van allround bn en titel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | allroundtitel | allroundtitels |
verkleinwoord |
de allroundtitel m
- (sport) een eerbewijs voor een schaatser die tijdens een kampioenschap op de lange baan gemiddeld over de lange en korte afstanden de snelste was
- Het woord allroundtitel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Boegbeelden niet op NK allround: Wüst heeft blaasontsteking, Kramer niet fit” (20/11/2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Nauta (28) stopt op langebaan, maar blijft wel marathons schaatsen” (22-08-2019), NOS