Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘toewijzing’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • Afgeleid van alloceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord allocatie allocaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de allocatiev

  1. toewijzing
  2. (statistiek) beslissing welk percentage van de totale steekproef uit de ene deelpopulatie wordt getrokken en welk uit de andere
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen