• al·ler·duurst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allerduurst
verbogen allerduurste

allerduurst

  1. zeer duur; duurder dan al het andere
     Maar het kon wel degelijk misgaan, constateerde hij bijna met leedvermaak toen hij de witte wijnen in de koelkast inspecteerde. Montrachet, de een-na-duurste, was oké. Maar het allerduurst was natuurlijk Château d'Yquem.[2]
     Daarna komt er een staalconstructie die de vloer van de eerste verdieping moet dragen. Vervolgens wordt alles teruggeplaatst in een paar centimeter lagere omgeving. "Dat is het allerduurst."[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149
  3.   Weblink bron “Gloednieuwe school Uithuizen moet worden gestript vanwege 'Eindhoven'” (Vrijdag 19 oktober 2018), NOS