albedil
- al·be·dil
- samenstelling van al en bedil ww [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | albedil | albedillen |
verkleinwoord | albedilletje | albedilletjes |
de albedil m
- een bemoeial die alles wil beslissen
- Wees toch niet zo'n albedil!
- Het woord albedil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "albedil" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ albedil op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be