agence
- agen·ce
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agence | agences |
verkleinwoord | - | - |
de agence v
- vestiging waar het publiek een bedrijf of organisatie kan bereiken
- Ik blijf voor de reisbureaus staan, waar affiches met gestileerde onderlijven in bikini, boegen van gestroomlijnde schepen, stierhorens in de gele Andalusische zon, de musculatuur en wanhoop van Michel Angelo in de Sixtijnse kapel, en andere sensuele en artistieke motieven, afwisselen met fotografische weergaven van de ongerepte natuur en stadsarchitectuur van uitzonderlijke schoonheid. Ik heb ten slotte een verrassing ondergaan en stap een agence binnen. [1]
- Tot ik, op een donderdag waarop een charmante zon zich boven de toppen van de methodisch verkankerende canada's liet zien, plots als Lazarus opgewekt naar een agence op de Kouter liep, het zakenkantoor Claeys-Delbaere, om de uitbaters ervan de opdracht te geven mijn geboortehuis in mijn naam te koop aan te bieden. [2]
- Het woord agence staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agence" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Debrot, C. (ed. J.J. Oversteegen)Verzameld werk 6. Dagboekbladen uit Genève. Kanttekeningen. Aforismen. Over beeldende kunst. Over dans. (1988) Meulenhoff, Amsterdam; ISBN 90 290 1809 7; p. 41; geraadpleegd 2019-06-14
- ↑ Roobjee, P.Een mismaakt gouvernement ebook (2010) Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam; ISBN 9789021438658; hfst. 12; geraadpleegd 2019-06-14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
agence v
- agentschap
- kantoor