afzengen
- af·zen·gen
- samenstelling van af bw en zengen ww
afzengen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afzengen |
zengde af |
afgezengd |
zwak -d | volledig |
- van dieren, personen of voorwerpen ze door vuur ontdoen van de buitenste delen of lagen
- Het woord 'afzengen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afzengen" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be