schroeien
- schroei·en
- In de betekenis van ‘oppervlakkig verbranden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1618 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schroeien |
schroeide |
geschroeid |
zwak -d | volledig |
schroeien
- overgankelijk de oppervlakte een beetje verbranden
- Zij liet het ijzer te lang op het tere weefsel en schroeide zo een erfstuk van haar grootmoeder.
- ergatief door blootstelling aan intense hitte of straling oppervlakkig bruin worden
- Dit prachtige stukje kant is helaas tijdens het strijken enigszins geschroeid.
1. de oppervlakte een beetje verbranden
- Het woord schroeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schroeien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "schroeien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be