afwijsfabriek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·wijs·fa·briek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afwijzen zn en fabriek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afwijsfabriek | afwijsfabrieken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afwijsfabriek v
- (pejoratief) organisatie die veel verzoeken van mensen afwijst
Gangbaarheid
- Het woord afwijsfabriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.