• af·was·team
enkelvoud meervoud
naamwoord afwasteam afwasteams
verkleinwoord afwasteampje afwasteampjes

het afwasteamo

  1. groep mensen die samen de vaat doen na een maaltijd
     En zo gingen de luie zomerdagen verder, al werd Eric langzaamaan in de rol van chef-kok gedwongen, aan de andere kant hoefde hij geen dienst te doen in het afwasteam.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149