aftreding
- af·tre·ding
- Naamwoord van handeling van aftreden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aftreding | aftredingen |
verkleinwoord |
de aftreding v
- het ontslag nemen uit een ambt of functie
- en samenzwering met Rusland, impertinente leugens en mensenrechtenschendingen zijn maar enkele van de verontrustende ontwikkelingen rondom de Amerikaanse president Donald Trump. Het afgelopen jaar domineerde elke misstap die hij en zijn team begingen het wereldnieuws. Dit jaar is de Zimbabwaanse Mugabe succesvol gedwongen tot aftreding, gaat dat volgend jaar lukken met de dictatoriale president in het Witte Huis? [1]
1.
- Het woord aftreding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aftreding" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Clarice Gargard 23 december 2017 Over de VS raast een Democratische wervelwind
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be