• af·tap·plug
enkelvoud meervoud
naamwoord aftapplug aftappluggen
verkleinwoord aftapplugje aftapplugjes

de aftapplugv / m

  1. stop die men verwijdert als men een vloeistof wil laten afvloeien; afsluiting van een aftapopening
80 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[2]