afstraffen
- Geluid: afstraffen (hulp, bestand)
- af·straf·fen
- samenstelling van af bw en straffen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstraffen |
strafte af |
afgestraft |
zwak -t | volledig |
afstraffen
- overgankelijk iets betaald zetten
- Die vermetelijke daad werd meedogenloos afgestraft.
- Het arrogante elftal dat ervan uitging dat ze met gemak de wedstrijd zou winnen werd meedogenloos afgestraft.
- Het woord afstraffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstraffen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be