afsporen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·spo·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en sporen ww
Werkwoord
afsporen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afsporen |
spoorde af |
afgespoord |
zwak -d | volledig |
- iets helemaal doorzoeken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afsporen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afsporen" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be