afspieden
- af·spie·den
- samenstelling van af bw en spieden ww
afspieden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afspieden |
spiedde af |
afgespied |
zwak -d | volledig |
- zo goed kijken dat men alles ziet en niets mist
- Het woord 'afspieden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afspieden" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Enorme witte haai in Sydney” (7 februari 2007), Het Parool
- ↑ Weblink bron Marcus Huibers“Speciaal kookboeksegment voor mannen: het BBQ-kookboek” (18 juni 2016), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be