afschroefbaar
- af·schroef·baar
- Naamwoord van handeling van afschroeven met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afschroefbaar | afschroefbaarder | afschroefbaarst |
verbogen | afschroefbare | afschroefbaardere | afschroefbaarste |
partitief | afschroefbaars | afschroefbaarders | - |
afschroefbaar
- van iets dat je het ergens anders van af kan draaien
- Deze colafles heeft een afschroefbare dop.
- Het woord 'afschroefbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.