afscheidskus
- af·scheids·kus
- samenstelling van afscheid en kus met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afscheidskus | afscheidskussen |
verkleinwoord | afscheidskusje | afscheidskusjes |
de afscheidskus m
- kus ter afscheid
1.
- Het woord afscheidskus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afscheidskus" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be