afschaffer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afschaffer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·schaf·fer
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling afschaffen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afschaffer | afschaffers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afschaffer m
- iemand die iets afschaft
- iemand die met het gebruiken van sterke drank is gestopt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord afschaffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.