afmijning
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·mij·ning
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van afmijnen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afmijning | afmijningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afmijning v
- (handel) het kopen door mijn te roepen bij een veiling waarbij de verkoop prijs steeds lager wordt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afmijning' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afmijning" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be