afmelding
- af·mel·ding
- Naamwoord van handeling van afmelden met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afmelding | afmeldingen |
verkleinwoord | afmeldinkje | afmeldinkjes |
de afmelding v
- een melding van iemands afwezigheid of vertrek
- Bij afmelding tot vijf weken vóór aanvang van de cursus wordt €15 administratiekosten in rekening gebracht.
- Het woord afmelding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afmelding" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be