afluisterpraktijken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·luis·ter·prak·tij·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord (*) afluisterpraktijken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de afluisterpraktijkenmv

  1. (pejoratief) systematisch, georganiseerd stiekem horen wat mensen tegen elkaar zeggen
    • Schwabe wijfelt. „Het bewustzijn is wel verbeterd sinds Edward Snowden de afluisterpraktijken van de NSA heeft ontmaskerd. Maar ik geef hier bijvoorbeeld les aan geneeskundestudenten, en ik weet dat die via e-mail gewoon vertrouwelijke patiëntengegevens versturen, onbeveiligd.” [1]
Opmerkingen

Gangbaarheid

Verwijzingen