afko
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ko
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘afgekort woord, zoals aso of depri’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1987 [1]
- samenstelling van af en ko [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afko | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
afko
- (informeel) (afkorting) afkorting, met name tweelettergrepige verkorting die op een klinker eindigt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'afko' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.