Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·ker·ven
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afkerven [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afkerven
kerfde af
korf af
afgekerfd
afgekorven
klasse 3

zwak -d

volledig
  1. ergens iets met een mes verwijderen
     Ontelbare keren moest Pan in het verleden naar de Chinese toko om nieuwe houten stelen te halen. "Het probleem is dan ook nog dat die stelen te dik zijn. Met een mesje moet je er wat afkerven om de steel in de pan te krijgen en die vervolgens vast zetten met een zelftappertje."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Gewoon een 8 mm bout in de wok” (04-01-2008), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be