afhaalchinees
  • af·haal·chi·nees
enkelvoud meervoud
naamwoord afhaalchinees afhaalchinezen
verkleinwoord

de afhaalchineesm

  1. een chinees restaurant dat zich voornamelijk richt op klanten die een maaltijd afhalen en elders nuttigen
    • De leren tas, met de naam Lee Leather Clutch, ziet er uit als een opvouwbaar bakje waarin ze in Amerikaanse afhaalchinezen het eten stoppen. Op de tas is het logo van Kendall en Kylie gedrukt. Er is ook nog een portemonnee van de dames. Die lijkt op de gelukskoekjes die Chinezen aan hun klanten geven.[2] 
    • Vooruit, ik ga met de billen bloot. Ik geneer mij er inmiddels niet meer voor: ik lees van tijd op tijd vrouwenbladen. 'Waarom?…'omdat ik al die vrouwenbladen simpelweg niet kan negeren. Hoe goed ik mijn best misschien ook doe. Ze liggen werkelijk overal. Op mijn werk, in een willekeurige wachtkamer, bij de plaatselijke afhaalchinees ... noem maar op.[3]