• af·ge·rist
vervoeging van: afrissen…
verbogen vorm: afgeriste

afgerist

  1. voltooid deelwoord van afrissen
vervoeging van: afristen…
verbogen vorm: afgeriste

afgerist

  1. voltooid deelwoord van afristen
64 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be