gerist
- ge·rist
vervoeging van: | risten… |
verbogen vorm: | geriste |
gerist
- voltooid deelwoord van risten
stellend | |
---|---|
onverbogen | gerist |
verbogen | geriste |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord gerist [1]
- beladen met
- Het woord gerist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron
W. Haeseryn e.a.“6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst) - ↑
Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)