afbieden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afbieden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·bie·den

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  af  en  bieden 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
afbieden	bood af	afgeboden
klasse 2	volledig

Werkwoord

afbieden

1. (handel) onovergankelijk afdingen

Afgeleide begrippen

• afbieder, afbieding

Gangbaarheid

• Het woord afbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afbieden" herkend door:

72 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.