bood af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bood af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afbieden |
bood (...) af
- enkelvoud verleden tijd van afbieden
- Ik bood af.
- Jij bood af.
- Hij, zij, het bood af.
- Ik bood af.
vervoeging van |
---|
afbieden |
bood (...) af