Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • afa·si·o·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • Combinatie van het Griekse a (= niet) en phanai (= spreken) met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord afasioloog afasiologen
verkleinwoord afasioloogje afasioloogjes

Zelfstandig naamwoord

de afasioloogm

  1. (medisch) (beroep) een logopedist die zich toelegt op de studie en behandeling van afasie, het onvermogen te spreken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie