• afa·sie·pa·ti·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord afasiepatiënt afasiepatiënten
verkleinwoord afasiepatiëntje afasiepatiëntjes

de afasiepatiëntm

  1. (medisch) persoon die door een hersenbeschadiging niet meer kan spreken
     Gedurende zestien weken organiseerden de onderzoekers wekelijkse zangsessies in groepsverband voor 54 proefpersonen met chronische afasie, en voor hun mantelzorgers. Daarbij verdeelde het team de proefpersonen in twee groepen, die zangles kregen of juist als controlegroep dienden. Ook oefenden de afasiepatiënten in de zangroep thuis verder met een muziek-app die speciaal voor Siponkoski’s onderzoek was ontworpen. De muziek omvatte voornamelijk populaire Finse liedjes, maar ook enkele onbekende liedjes, zodat de proefpersonen hun woordenschat konden uitbreiden.[1]
     Tal van aandoeningen kunnen tot gevolg hebben dat patiënten zich niet meer via gewone spraak kunnen uitdrukken. ,,Dit kan bijvoorbeeld door motorische problemen zoals bij dysarthriepatiënten. Bij hen is de werking van de spieren onvoldoende om tot een verstaanbare spraak te komen. Die mensen begrijpen nog de taal maar kunnen de klanken niet meer vormen, legt Veerle Vandenabeele uit. ,,Verbale apraxie is een tweede voorkomend probleem. Hierbij slaagt de patiënt er niet in de spierbewegingen te plannen om tot klankproductie te komen. Een derde groep vormen de afasiepatiënten. Naast de taalproductie is vaak ook het begrip ervan aangetast.[2]
  1.   Weblink bron “Zingen helpt herstel taalstoornis na hersenletsel” (14 januari 2023), NewScientist
  2.   Weblink bron “door Frank MEURISSE” (Dinsdag 8 januari 2002 om 00:00), De Standaard