adressant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- adres·sant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van adresseren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adressant | adressanten |
verkleinwoord | adressantje | adressantjes |
Zelfstandig naamwoord
de adressant m
- (juridisch) iemand die zich met een verzoek tot de bevoegde macht wendt
Gangbaarheid
- Het woord adressant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Frans
Werkwoord
adressant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van adresser