Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adres·dicht·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adresdichtheid adresdichtheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de adresdichtheidv

  1. een maat voor de verhouding tussen het aantal adressen en de oppervlakte van een bepaald topografisch gebied

Gangbaarheid

Meer informatie