achterboom
- Geluid: achterboom (hulp, bestand)
- ach·ter·boom
- samenstelling van achter zn en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterboom | achterbomen |
verkleinwoord |
- (verkeer) een overwegslagboom voor het afsluiten van het fiets- en/of voetgangersverkeer bij een AHOB en ADOB
- (paardrijden) achterste deel van de zadelboom, dat de rug ondersteunt en de ruiter in het zadel houdt
- (textielindustrie) kettingboom van een weefgetouw waarop ketting draden zijn aangebracht
- Het woord 'achterboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.