Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cu·mu·la·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen accumulatief accumulatiever accumulatiefst
verbogen accumulatieve accumulatievere accumulatiefste
partitief accumulatiefs accumulatievers -

Bijvoeglijk naamwoord

accumulatief

  1. bij elkaar optellend
    • Het is moeilijk nu de weerstand te begrijpen die zijn schilderijen van vrouwen opriepen in hun tijd van ontstaan. De Kooning werd naar aanleiding hiervan herhaaldelijk ondervraagd over zijn 'werkelijke' gevoelens ten opzichte van vrouwen. Als een van zijn bronnen noemde hij zelf Gertrude Stein (haar portret door Picasso in het Metropolitan Museum), die hij ook bewonderde als schrijfster (ook zij zou volgens hem slechts 'tiny' inhoud hebben, haar stijl is accumulatief als de zijne). Wie nu kijkt ziet 'Bad Girls' avant la lettre: te dik, agressief, wijdbeens zittend, openlijk seksueel, luid lachend. [2] 
    • Overigens: een volle vrieskist/kast zal langer de vriestemperatuur bewaren dan een weinig gevulde, door het groter accumulatief koude-vermogen. [3] 
    • Evenals in vorige festival edities legt artistiek leider Simon Dove het accent op de golf van neoconceptuele dans die zo'n tien jaar terug aanving en als een tsunami doorrolde. Deze niet dramatische, veelal op sociaal en psychologisch vlak onderzoekende dans levert soms wel geestige voorstellingen op. Zoals Project van Xavier Le Roy, een van de voormannen van deze beweging. In een fictief (bal)spel zijn simultaan en accumulatief tal van complexe spelregels van kracht. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. accumulatief op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Reineke Hollander 10 mei 1994 De Kooning, alsof hij al dood was
  3. NRC H.J. Citeur 28 juni 1997 Stroomstoring (3)
  4. NRC Isabella Lanz 18 april 2005 Bruno Beltro steelt de show op Springdance 2005
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be