• ac·coun·tan·cy
  • leenwoord van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord accountancy -
verkleinwoord - -

de accountancyv

  1. (financieel) werk dat de accountants zouden moeten uitvoeren d.w.z. het beroepsmatig jaarrekeningen controleren of opmaken of de administraties voeren van de bedrijven