acajouboom
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: acajouboom (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aca·jou·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van acajou zn en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acajouboom | acajoubomen |
verkleinwoord | acajouboompje | acajouboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de acajouboom m
- (bloemplanten) bepaald soort groenblijvende tropische boom, Anacardium occidentale
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord acajouboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.