Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aca·de·mie·jaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord academiejaar academiejaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het academiejaaro

  1. (onderwijs) (tijdrekening) periode van 365 dagen beginnend met de feestelijke opening van het academiejaar; studiejaar aan hogeschool of universiteit
     Zwitserse studenten zijn vanaf het volgende academiejaar niet meer welkom binnen het Erasmusprogramma. Dat heeft de Europese Commissie bekendgemaakt.[2]
     Het 200-jarig bestaan wordt volgend jaar groot gevierd, onder meer met de nieuwe leerstoel, die vanaf volgend academiejaar van start gaat.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Geen Erasmus meer voor Zwitsers” (26-02-2014), NOS
  3.   Weblink bron
    Joris van Poppel
    “Walen willen hun Nederlands opkrikken met speciale leerstoel” (30-11-2016), NOS