Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·gas·sta·ti·on
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardgasstation aardgasstations
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aardgasstationo

  1. plaats waar men aardgas verdeelt over gebruikers
     Bij een explosie in een aardgasstation van de firma GDF Suez in het Duitse Itterbeck, dichtbij de grens ter hoogte van Vasse, is woensdagmiddag een 20-jarige monteur om het leven gekomen en raakten drie van zijn collega’s zwaar gewond. Alle mannen zijn afkomstig uit de Grafschaft Bentheim. De onderhouds medewerkers waren bezig met het reinigen van ketels.[1]
  2. plaats waar men een vervoermiddel dat aardgas gebruikt als brandstof kan voorzien van aardgas
     Hier vind je de tanklocaties van aardgas en elektrische oplaadpunten voor Groot-Brittannië. Op het eiland staat aardgas als alternatieve brandstof nog duidelijk in de kinderschoenen, want met zeven aardgasstations ben je snel uitgetankt in Engeland. In Wales en Schotland ben je helemaal overgeleverd aan je voorraad benzine. De overheid heeft duidelijk meer geïnvesteerd in elektrische laadpunten. In Londen staan er zo’n 1400 en in totaal biedt het land een kleine 9000 laadpalen. Hoe verder je naar het noorden reist, hoe beter je moet zoeken. Langs de oostkust zijn dan de meeste palen te vinden.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Gasexplosie net over de grens: dode en drie gewonden” (02-09-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron
    ANDREW MASON
    “Tanklocaties CNG Groot-Brittannië” (05 jun. 2014), De Telegraaf