aardbeiplant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·bei·plant
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aardbei en plant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbeiplant | aardbeiplanten |
verkleinwoord | aardbeiplantje | aardbeiplantjes |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) de plant waaraan de aardbei groeit
- Er staan aardbeiplanten achter in de tuin.
Gangbaarheid
- Het woord aardbeiplant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.