• aard·bei·en·ge·lei
enkelvoud meervoud
naamwoord aardbeiengelei aardbeiengeleien
verkleinwoord aardbeiengeleitje aardbeiengeleitjes

de aardbeiengeleiv / m

  1. (voeding) gepureerde aardbeien die met gelatine stijver zijn gemaakt
     - 125 g aardbeien - 75 ml witte wijn - 50 g suiker - 6 blaadjes gelatine[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Wat Eten We Vandaag: Monchoutaart met aardbeien” (28 apr. 2019), Tubantia