• aard·ap·pel·soort
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelsoort aardappelsoorten
verkleinwoord

de aardappelsoortv / m

  1. (voeding) aardappel die voor een bepaald doel gebruikt kan worden
     Liefhebbers van chips in Nieuw-Zeeland moeten er rekening mee houden dat ze minder kunnen snacken. Door aanhoudende regen is maar liefst 30 procent van de aardappeloogst verloren gegaan. En dat geldt met name voor de aardappelsoort die wordt gebruikt voor het maken van chips.[2]
     Bij de technologie waar het om gaat, wordt een knip gemaakt in het dna van een plantensoort om deze beter te maken. Zo kan bijvoorbeeld een aardappelsoort worden gecreëerd die beter tegen droogte kan. CRISPR-Cas is zo'n nieuwe techniek waarbij in een gen wordt geknipt om heel gericht kleine veranderingen aan te brengen. De traditionele manier om dit te bereiken is het kruisen van verschillende plantensoorten. Maar daarvoor zijn duizenden pogingen nodig voordat de gewenste plant ontstaat.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Chipstekort dreigt in Nieuw-Zeeland door aardappeltekort” (18 oktober 2017, 07:54), NOS
  3.   Weblink bron
    Flip de Jong
    “Europees Hof remt kwekers vanwege genetische modificatie” (25 juli 2018, 15:16), NOS