Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·brood
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelbrood aardappelbroden
verkleinwoord aardappelbroodje aardappelbroodjes

Zelfstandig naamwoord

het aardappelbroodo

  1. (voeding) baksel van aardappelmeel vermengd met roggemeel
    • Goede bedoelingen, zou je kunnen denken, en zo begon het plan ook. Maar aan de samenstelling van het aardappelbrood, een uitvinding van Johannes van den Bosch van de Maatschappij van Weldadigheid, valt ook de neergang van Veenhuizen af te lezen. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen