aapjeskoetsier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aapjeskoetsier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈapjəskutˌsir / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aap·jes·koet·sier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aapjeskoetsier | aapjeskoetsiers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (verkeer) koetsier van huurkoetsen, gekleed in uniform. De benaming ontstond vermoedelijk in Amsterdam toen daar in 1880 een paardentaxibedrijf, de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij, werd opgericht.
Gangbaarheid
- Het woord 'aapjeskoetsier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.