aanvulsel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanvulsel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aan·vul·sel

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van aanvullen met het achtervoegsel -sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanvulsel	aanvulsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aanvulsel o

1. iets dat dient om iets volledig te maken wat nog niet compleet was

   • Lezen en schrijven zijn dan ook geen aanvulsel op het leven, of een compensatie voor het niet kunnen leven, maar veeleer voor een aanzienlijk gedeelte het leven zelf. Zonder reflectie is de daad overbodige versiering, en reflectie vereist woorden, en woorden zijn eerst en vooral het gereedschap, het domein van de schrijver.  
   • Allereerst is er het onvolkomen materiaal. The Indian queen is namelijk Henry Purcells laatste 'semiopera'. Met die onpoëtische term worden Purcells muzikale bijdragen tot theaterstukken aangeduid. In dit concrete geval: een onafgewerkt allegaartje liederen, ensembles en andere aanvulsels op een 'heroïsch toneel' van John Dryden en Robert Howard.  

Synoniemen

• aanvulling, supplement

Gangbaarheid

• Het woord 'aanvulsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvulsel" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.