Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ster·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansterken
sterkte aan
aangesterkt
zwak -t volledig

Werkwoord

aansterken

  1. ergatief gaandeweg herstellen
    • De zieke sterkte na de medicatie behoorlijk aan. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be