aansnee
- aan·snee
- samenstelling van aan bw en snee zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aansnee | aansneden |
verkleinwoord |
- afstand tussen de bovenste en onderste zaagtand van een zaag in het horizontale vlak; maat van hoe schuin of vlak een zaag staat bij het zagen
- Het woord 'aansnee' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aansnee" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be