Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schou·wing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanschouwing aanschouwingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aanschouwingv

  1. het aandachtig waarnemen van iets
    • Op het eerste gezicht zou je hiervan zeggen dat ik dat uit eigen aanschouwing weet. 
Vertalingen

Gangbaarheid