Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·schaf·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanschafbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aanschafbeleido

  1. voorgenomen wijze van handelen bij het kopen of niet kopen van iets
     De meeste leesmusea en leesgezelschappen warenliberaal in hun aanschafbeleid, dat wil zeggen dat controversiële boeken, zoals de Max Havelaar, gewoon op de plank stonden.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504