aanrekening
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanrekening (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanrekenen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanrekening | aanrekeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanrekening v
- het in rekening brengen van iets
- ▸ Eigenaars zonnepanelen krijgen correctie op dubbele aanrekening: dit betekent het concreet[2]
Vertalingen
1. het in rekening brengen van iets
Gangbaarheid
- Het woord aanrekening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron ROEL WAUTERS“Eigenaars zonnepanelen krijgen correctie op dubbele aanrekening: dit betekent het concreet” (25 mei 2021), De Morgen